2.3.3.3.1.8 Stuurvoorrang
Stuurvoorrang is een van de meest specifieke kenmerken van het emotionele proces. Emotionele actietendensen danken hun impulsieve of drangmatige karakter niet aan de aard van verschillende gedragsvormen als zodanig, maar aan de plaats die ze, eenmaal geactiveerd, innemen in de structuur van de gedragsbesturing. Het is de stuurvoorrang die emotionele impulsen onderscheidt van andere vormen van gedragsopwekking.
Stuurvoorrang heeft enkele bijzondere kenmerken die verbonden zijn met de aard van menselijke en dierlijke organismen, zoals:
- Stuurvoorrang voor bepaald gedrag betekent niet dat dit gedrag aan de top van een prioriteitenlijst, een doelhiërarchie, is geplaatst. Het betekent dat de actiebereidheid op scherp staat om de controle over het gedrag over te nemen. Het vergt enige moeite om de actiebereidheid daarvan te weerhouden en de bereidheid dringt zich op tijdens tussenpozen in de heersende gedragsplanning en informatieverwerking: dat is wat ‘preoccupatie’ is. Dit veronderstelt allemaal een of andere vorm van parallelle verwerking, de gelijktijdige werkzaamheid van twee processen van gedragsbesturing, waarvan de tweeledige controle zoals besproken in verband met de ‘regulatie’ een concretisering is
- Stuurvoorrang wordt voornamelijk aan het organisme opgelegd door de eigenaardige relevantiesignalen lust en onlust. Die signalen zijn hardnekkig en opdringerig: ze duren voort, en blijven merkbaar, zolang de uitlokkende gebeurtenis voortduurt of zolang het opgewekte verlangen onbevredigd blijft. Ze dringen zich aan de aandacht op wanneer activiteit die aan de gang is niet ten behoeve van hen wordt onderbroken. De emotionele impuls, met inbegrip van verlangen, is met name overweldigend en onbeheersbaar omdat het individu zich toestaat overweldigd te worden; het wil de impuls niet echt beheersen, vanwege de onlust die dan moet worden ondergaan of de lust waarvan moet worden afgezien
- Stuurvoorrang valt vooral toe aan lust en onlust en minder/niet aan verlangen en verwondering (van de vier relevantiesignalen). Het feit dat verlangen en nieuwsgierigheid soms onbeheersbaar zijn, komt doordat het bijna ondenkbaar is ze binnen de perken te houden dat wil zeggen dat ze onbeheersbaar zijn vloeit voort uit de kracht van de emoties in engere zin die ontstaan wanneer ze worden gefrustreerd
- Stuurvoorrang wordt gebruikt om te verwijzen naar het effect van de emotionele impuls en het emotionele verlangen op de algemene gedragsbesturing van het organisme: onderbreking van andere activiteiten, preoccupatie, en volharding van het gedrag wanneer er obstakels en andere afleidende gebeurtenissen zijn.
- 'Volharding' lijkt ook van andere eigenschappen van het organisme afhankelijk te zijn. Bepaalde soorten actiebereidheid-actietendensen, activatietoestanden met specifieke doelen - lijken hun eigen dynamiek te hebben. Eenmaal opgewekte gedragsprogramma's hebben de neiging af te lopen tot ze aan hun einde zijn of tot ze ‘op’ zijn, zeker wanneer de activatie zo sterk is dat de inhibitiedrempel of het breekpunt gepasseerd worden. In dit verband worden woede, paniek, lachen en huilen genoemd, en de gegevens over spanningsontlading bij lachen en huilen wezen in dezelfde richting.
- De begrippen ‘activatie’, ‘eigen dynamiek’ en ‘spanningsontlading’ zijn vaag en grotendeels metaforisch; de parameters van intensiteit, het tijdsverloop, drempels en dergelijke zijn onbekend. Bij begeerte en woedeaanvallen is bovendien moeilijk een onderscheid te maken tussen de ‘eigen dynamiek’ en de verleidingskracht van de beloning. Toch wijzen de verschijnselen op iets dat een van de belangrijkste kenmerken van het emotieproces en de mechanismen daarvan zou kunnen zijn.
Meer weten? Zie Psych.theorie