2.3.3.3.1.5 Verandering actie
Verandering in actiebereidheid is het meest belangrijke kenmerk van emotie. Het begrip ‘actiebereidheid’ omvat actietendensen en activatiemodi, en het omvat hun afwezigheid, zoals in relationele nultoestanden en deactivatie. Het begrip verwijst naar de aanwezigheid (of afwezigheid) van de innerlijke dispositie tot het uitvoeren van handelingen en het bereiken van relationele veranderingen, zoals deze op een bepaald moment bestaat. De emotionele beleving bestaat grotendeels uit de ervaren actiebereidheid of onbereidheid: de impuls om te vluchten, toe te slaan of te omhelzen; of het gebrek aan impuls, apathie, lusteloosheid.
Hoe werkt dat?
- Welke verschillende emoties mensen of dieren kunnen hebben - de verschillende vormen van actiebereidheid die ze beleven of tonen - hangt af van welke gedragsprogramma's, gedragssystemen en activatie- of deactivatiemechanismen het organisme ter beschikking heeft
- De biologische constitutie levert een aantal van dit soort programma's en mechanismen: bijvoorbeeld voor afweer en aanval, voor bescherming, voor aandachtsbereidheid, voor inhibitie. Bij andere gedragssystemen en mechanismen zouden er andere emoties voorkomen: kameleons moeten (gesteld dat ze emoties hebben) andere emoties hebben dan mensen, evenals ganzen, die er kennelijk van houden schuin achter andere ganzen te vliegen.
- De programma's en mechanismen die de constitutie met zich meebrengt vormen de ‘basisemoties’ zoals die worden onderscheiden door Darwin, Tomkins en Plutchik.
- De programma's kunnen geleerd gedrag in zich opnemen. Ze besturen ook een aantal specifieke, voorgeprogrammeerde, aangeboren gedragsvormen, waarvan sommige meer flexibel en programma-achtig zijn en andere meer rigide. Gelaatsexpressies behoren tot die aangeboren gedragsvormen, net als de activatiepatronen zoals vergroting van energie, apathie, gespannenheid, de verschillende autonome responsvormen en de vocale intonatiepatronen. Dit zijn allemaal concretiseringen door het menselijk en dierlijk organisme van relationele en belangenbevredigende bedoelingen; ze vormen de middelen en de logistieke ondersteuning voor het bereiken van dat laatste.
- Niet alle vormen van actiebereidheid ontspringen aan de specifieke en voorgeprogrammeerde gedragssystemen met hun specifieke gedragspatronen. Actietendensen ontstaan ook uit de algemene vormen van relationele verandering die het individu ter beschikking staan en die niet specifiek zijn voor de emotionele reactie. Een deel van het actietendensrepertoire wordt bepaald zowel als beperkt door de algemene handelingsmogelijkheden van het organisme: naderen, terugtrekken, zich richten naar, zich afwenden, zich zintuiglijk ontvankelijk of gesloten opstellen. Een organisme dat zich niet zou kunnen voortbewegen, en dat zich geen voorstelling van voortbeweging of van het anderszins bevorderen van het optreden van gebeurtenissen zou kunnen maken, zou niet in staat zijn tot begeerte; het zou slechts in staat zijn tot gebrek of ellende.
Meer weten? Zie Psych.theorie