2.3.3.2.9.4 Inbedding
Het emotieproces is geen geïsoleerde, lineair-verlopende keten, maar ligt ingebed in een groter geheel van belangenbehartiging voor het individu. Daarbij geldt:
- Emotieprocessen zijn geen opzichzelf staande gebeurtenissen. Informatie-opname en de daarmee gepaard gaande relevantie-evaluatie vinden continu plaats. De omgeving wordt, zolang het subject wakker is, voortdurend afgetast, althans, allebinnenkomende informatie wordt aan een of andere analyse en een of andere relevantietoetsing onderworpen. Zodra de uitkomst van zo'n toetsing de relevantiedrempel overschrijdt, wordt er een relevantiesignaal uitgezonden. Ook de actietendens varieert voortdurend en leidt daarbij tot fysiologische arousal, tot activatieveranderingen of tot overt gedrag, wanneer de intensiteit tenminste groot genoeg is, gegeven de heersende regulatiecondities
- Emotieprocessen kennen een tijdsbeloop. Dit geldt met nadruk voor het proces van de opname en de verwerking van stimulusgebeurtenissen. ‘Emotionele stimulus’ is slechts een samenvattende term voor iets dat beter omschreven kan worden als een transactie. Datgene wat een gegeven emotie uitlokt, kan men zowel opgezocht hebben als tegen het lijf gelopen zijn; het is zowel door het subject opgewekt, door anderen, als door de loop van de gebeurtenissen aan hem opgelegd; en het ontwikkelt zich gedurende de transactie op zodanige wijze dat het relevant wordt en zijn relevantie verliest, in urgentie en kwaliteit varieert, enzovoort; met andere woorden, er is sprake van ‘flux’ (Lazarus & Folkman 1984). De hele geschiedenis van het proces balt zich samen in het appel zoals dat op een gegeven moment bestaat. Het appel wordt voortdurend bijgesteld, compleet met de veranderende toekomstperspectieven die elke taxatie met zich meebrengt en met de veranderende perspectieven omtrent de invloed op het getaxeerde hanteringspotentieel, op de beheersbaarheid van de gebeurtenis, of op de eigen machteloosheid. In termen van het verwerkingsmodel impliceert dit ‘feedbackloops’, regelkringen tussen informatie-opname en codering, zoals in het analyse-door-synthese-model van de waarneming, maar ook tussen overwogen handelingen en afgetaste of geëvalueerde informatie. Het impliceert uiteraard ook de feedback via de omgeving, die welke afkomstig is van het effect van de reactie op de omgeving: het feit dat deze wordt weerstaan, gesust of geprovoceerd. Dit alles vergt een bewaking van het proces in al zijn aspecten: van wat het opwekt, hoe het verloopt en waar het op uitkomt, zowel als van de relatie tussen het emotieproces en andere processen van het systeem. Het veronderstellen van procesbewaking was al onmisbaar gebleken voor het begrijpen van regulatie en van veranderingen in actiebereidheid, zoals hulpeloosheid. Om de procesbewaking te kunnen uitvoeren is er gecentraliseerde integratie nodig van alle relevante informatie die vanuit verschillende bronnen en op verschillende momenten doorkomt. Een dergelijke bewaking, die drijft op centraal geïntegreerde informatie, wordt wel een ‘blackboard control structure’ genoemd (Bower & Cohen 1982). Op dat schoolbord staat het appel. In feite is het concept van het ‘appel van de situatie’ ook precies bedoeld om rekenschap van deze informatie-integratie te geven
- Er is sprake van een relatie van het emotieproces met andere processen en de plaats ervan in de algemene handelings- en besturingsstructuur. Er moet in het emotieconcept een centrale plaats worden toegekend aan wat we de ‘stuurvoorrang van het gedrag’ hebben genoemd. Emotie, als een toestand van actiebereidheid of als emotioneel gedrag, bezit stuurvoorrang in twee betekenissen: een emotie kan andere processen onderbreken en andere stimuli en doelen de toegang tot de besturing van het handelen ontzeggen; en de emotie verleent extra kracht aan het gedrag waarvoor de besturing is gereserveerd en geeft die sturing de eigenschap van onafleidbaarheid of volharding.
Meer weten? Zie Invoer etc.