2.4.6.2.1.4 Normen

Normen zijn gedragsregels die uit de waarden voortkomen. Als je bepaalde waarden hebt dan hoort daar bepaald gedrag bij. Als voor jou een waarde is: 'ik vind het belangrijk dat de lessen op tijd beginnen' dan hoort daar als norm bij 'ik ga op tijd naar de klas'. Als je als waarde hebt: 'ik vind het belangrijk om een zo gezond mogelijk gebit te hebben' dan kun je daar als normen bij bedenken: 'ik poets en floss regelmatig mijn tanden' 'ik ga twee keer per jaar naar de tandarts' en 'ik eet zo min mogelijk zoetigheid'.
Bij normen past dus de uitdrukking: geen woorden maar daden. Bij normen gaat het dus om gedrag, dus wat je nou echt doet.
Binnen iedere groep bestaan en ontstaan normen. Je kunt hierbij onderscheid maken tussen formele normenen informele normen.
Formele normen zijn regels die vastgelegd zijn in wetten, voorschriften of reglementen. Ze staan dus ergens op papier, iedereen kan hier kennis van nemen en wordt vaak ook geacht hier kennis van te nemen. Formele normen zijn dus heel duidelijk, iedereen weet wat dat betreft waar hij aan toe is. Een voorbeeld van formele normen die voor alle Nederlanders gelden zijn de regels van de verkeerswet. In de verkeerswet staat precies beschreven wat de gedragsregels zijn voor verkeersdeelnemers. Er staat precies in beschreven wat je allemaal wel maar vooral ook wat je allemaal niet mag. Als je bezig bent (geweest) met je theorie-examen voor het rijbewijs weet je hier alles van.
Zo heeft ook de school waar je op zit gegarandeerd formele normen. Ergens (meestal in de studiegids) staat beschreven aan welke regels jij je als bezoeker van de school te houden hebt. Waar mag je roken, waar mag je je fiets parkeren, waar mag je eten, waar moet je je afmelden als je ziek bent enzovoort. Allemaal voorbeelden van formele normen.
Informele normen zijn regels die niet schriftelijk zijn vastgelegd maar die te maken hebben met welk gedrag binnen een bepaalde groep wel of niet geaccepteerd wordt. Je zou de informele normen ook de 'ongeschreven wetten' kunnen noemen. Deze informele normen zijn wat spannender of geheimzinniger dan de formele normen, want de informele normen staan nergens beschreven. In een nieuwe groep ontstaan ze sluipenderwijs in de loop van de tijd. Kom jij als nieuweling in een bestaande groep dan zul je moeten ontdekken hoe de informele normen in die groep zijn. Hoe gaat men binnen deze groep met elkaar om, wat kan hier wel en wat kan hier niet? Het is niet voor niks dat je als nieuweling in een groep vaak begint met 'de kat uit de boom te kijken', omdat anders de kans dat je blunders maakt groot is. Voorbeelden van informele normen die binnen een lesgroep kunnen bestaan zijn: we noemen elkaar bij de voornaam, we gaan rustig onder de les naar het toilet, we vloeken niet in de groep, we laten elkaar niet altijd uitpraten, of we naar de docent luisteren hangt van de docent af, we trakteren als we jarig zijn. Deze gedragsregels staan nergens beschreven, maar toch voelt ieder lid van de groep wel aan aan welke regels je je te houden hebt binnen deze groep.
In de loop van een week kom je als individu in heel wat verschillende groepen. Je komt binnen een week bijvoorbeeld in je gezin, in je lesgroep, in je volleybalteam, in de bijbelclub en in de scoutinggroep. Het grappige is dat deze groepen allemaal hun eigen informele normen hebben die vaak heel verschillend van elkaar zijn. Zonder dat je er bij nadenkt ga je van de ene groep naar de andere en pas je automatisch je gedrag aan aan de informele normen die gelden in de groep waar je op dat moment bent. Zo zul je misschien tijdens een vergadering van de scoutingclub lekker je voeten op tafel leggen in het clubhuis terwijl je dit thuis nooit zou doen omdat je weet dat dat daar absoluut niet mag. En als je met je volleybalteam na de wedstrijd een colaatje drinkt laat misschien wel iedereen om de beurt een harde boer terwijl je dit in de bijbelclub niet in je hoofd zou halen. In je lesgroep noem je elkaar bij de voornaam, thuis spreek je je ouders met 'u' en 'vader' en 'moeder' aan. Binnen je volleybalteam is het normaal dat je na het trainen met z'n allen onder de douche gaat terwijl het bij jou thuis misschien nooit voorkomt dat je elkaar naakt ziet. Zo heeft iedere groep waar jij deel van uitmaakt z'n eigen informele normen. Als je naar een bepaalde groep toegaat trek je als het ware het bijpassende jasje van informele normen aan, dat je verwisselt voor een ander jasje als je naar een andere groep toegaat.
 
Waarom houden we ons meestal zo braaf aan de normen die binnen een bepaalde groep gelden?
Dit heeft te maken met het feit dat er op het overtreden van groepsnormen sancties (straffen) staan. Bij het overtreden van formele normen is dit heel duidelijk te zien: als je door rood licht rijdt en je wordt gesnapt dan krijg je een flinke bekeuring. Als je je niet houdt aan de schoolregels kun je een berisping krijgen en uiteindelijk zelfs van school gestuurd worden.
Maar ook het overtreden van informele normen kan je een sanctie opleveren: als de informele norm binnen een groep is dat er niet gekletst wordt tijdens de les en jij doet dit toch dan levert je dit eerst verwijtende blikken op. Als je het nog eens doet krijg je misschien al openlijk commentaar. Als je dan toch nog doorgaat wordt je gedrag misschien wel in de weekevaluatie aan de orde gesteld door je groepsgenoten. Je merkt inmiddels ook al dat iedereen wat minder aardig en toeschietelijk tegen je doet. Ben je niet bereid je gedrag te veranderen dan zul je uiteindelijk uitgestoten worden door de groep en er dus niet meer bijhoren. Dit is een vrij zware 'straf', iedereen wil per slot van rekening juist wel graag ergens bijhoren. Meestal zullen mensen zich dus wel aan de informele groepsnormen houden omdat ze het vervelend vinden er niet bij te horen.