2.2.8 Psychoanalyse

Volgens de psychoanalyse is de oorzaak van psychische problemen: een (onbewust) conflict binnen de persoon zelf, bijvoorbeeld tussen het id en het superego. 
 
Stel dat een bepaalde man van nature een sterke geslachtsdrift heeft, dus een grote drang om zich seksueel te bevredigen. Het id van deze man zal dus vaak een verlangen tot sexuele activiteit aangeven. Deze man heeft echter een heel streng superego. Zijn superego (geweten) zegt hem dat hij niet mag masturberen, dat hij niet vreemd mag gaan en dat hij zijn vrouw niet tot sexuele activiteiten mag dwingen als zij dit niet wil. Helaas voor hem heeft zijn vrouw zelden zin om met hem te vrijen of om hem te bevredigen.
 
Je kunt je misschien wel voorstellen dat het id en het superego van deze man enorm met elkaar in botsing komen. Zijn ego (dat een soort scheidsrechterfunctie tussen het id en het superego heeft) zal in dit geval niet gemakkelijk een oplossing kunnen bedenken waarmee zowel het id als het superego tevreden zijn.
 
Nogmaals: dit conflict speelt zich voor een groot deel op een onbewust niveau af. Deze man heeft bijvoorbeeld last van depressiviteit, of hij is bijzonder opvliegend en agressief, wat hij erg vervelend vindt. Hij is zich er helemaal niet bewust van dat het conflict tussen zijn id en superego deze klachten veroorzaakt.
 
Het doel van een psychoanalytische therapie is: het onbewuste bewust maken, oftewel: de persoon inzicht geven in de oorzaak van zijn psychische problemen. Doordat voor de persoon op een gegeven moment duidelijk wordt waar zijn klachten nou echt vandaan komen kan hij hier dingen in proberen te veranderen. Voor de man in het voorbeeld kan duidelijk worden dat zijn superego wel erg streng is doordat zijn ouders en de leer van de kerk waar hij mee opgevoed is dit zo gevormd hebben. Hij heeft zich hier nooit tegen durven verzetten uit angst de liefde van zijn ouders kwijt te raken of de toorn van God over zich af te roepen. In zijn psychoanalytische therapie kan de man hiermee experimenteren, bijvoorbeeld door zich tegen zijn therapeut af te zetten (in plaats van tegen zijn ouders).
 
Het zou kunnen zijn dat hierdoor zijn superego wat minder streng wordt, zodat deze man bijvoorbeeld van zichzelf wel mag masturberen. Hierdoor zal de spanning tussen zijn id en superego minder worden, omdat de man via masturbatie een uitlaatklep voor de sexuele wensen en verlangens van zijn id heeft.
 
Niet iedereen zal op grond van psychoanalytische therapie ook echt dingen bij zichzelf willen en kunnen veranderen. Het hoofddoel van psychoanalytische therapie is de patiënt inzicht te geven in de onbewuste oorzaak van zijn problemen. Dus ook al voel je je dan nog steeds ongelukkig, je weet in ieder geval hoe het komt!
 
De techniek van de psychoanalytische therapie (dus hoe de therapeut probeert naar het doel toe te werken) is die van de vrije associatie, in een poging om het onbewuste bewust te maken. Vrije associatie wil zeggen dat je alles wat er in je opkomt zonder enige terughoudendheid vertelt, al lijkt de volgorde waarin je vertelt helemaal niet logisch of lijken de dingen die er in je opkomen helemaal niet belangrijk. Dit is een manier om op het spoor te komen wat er allemaal in je onbewuste leeft. Het onbewuste zal immers sturen wat er in je opkomt, en jij moet je hiervoor openstellen. Het is namelijk volgens de psychoanalytische ideeën geen kwestie van toeval wat er bij je naar boven zal komen, maar dit zegt iets over waar je je onbewust mee bezig houdt. Geliefd materiaal hierbij is praten over wat je gedroomd hebt. Zoals we eerder gezien hebben geven dromen vaak informatie over verlangens en wensen uit het onbewuste. De psychoanalytische therapeut probeert met behulp van alle stukjes informatie die hij zo over het onbewuste krijgt de puzzel te leggen waaruit de oorzaak van je psychische problemen duidelijk wordt. Dit vraagt dikwijls veel tijd.