2.4.4.2.1.5 Adolescent

De adolescentiefase is een overgangsperiode tussen de puberteit en de volwassenheid. De antwoorden op de vragen waarmee je in de puberteit bezig was beginnen zich langzaam af te tekenen. Je hebt, als het goed is, een gevoel van identiteit opgebouwd waarmee je verder kunt, al blijf je in principe je hele leven bezig met het verder ontwikkelen en soms ook veranderen van je identiteit.

Maar in grote lijnen heb je bepaald welke opleiding je wilt volgen en/of welk werk je wilt gaan doen, met welke mensen je het liefst omgaat, van welke soort films je houdt, wat je lekker eten vindt en wat niet, enzovoort. Om te bepalen wat je wilt en wat voor kleding je bijvoorbeeld draagt laat je je steeds meer leiden door eigen ideeën hierover en niet meer zo sterk door wat je leeftijdgenoten hierover voor ideeën hebben, zoals in de puberteit. Je bent wat minder met jezelf bezig en met wat anderen van je vinden, je hebt juist wat meer ruimte in je hoofd om je eens bezig te houden met hoe het met anderen gaat en hoe zij zich voelen. De adolescent is dus wat minder egocentrisch (op zichzelf gericht) dan de puber.

De adolescentie is de periode waarin je begint met het aangaan van verplichtingen met betrekking tot je maatschappelijke positie (werk, studie) en persoonlijke relaties (voor de een `vaste' verkering, voor de ander verloven, samenwonen of trouwen, voor weer een ander een netwerk van vrienden opbouwen). Belangrijk is dat je (in welke vorm dan ook) aansluiting bij anderen vindt. Hierdoor voorkom je dat je, wanneer je op eigen benen staat, in een isolement belandt.