2.2.4.1 Voorbeelden
Uit HdV & HvdW
- Stel, er zijn twee groepen psychiatrische zorgvragers. Iedere groep woont in een eigen therapeutische leefgemeenschap. In therapeutische leefgemeenschap A kunnen de zorgvragers naar alle televisieprogramma's kijken, in therapeutische leefgemeenschap B zorgt de leiding ervoor dat er niet naar televisieprogramma's gekeken kan worden waarin veel agressie voorkomt. In leefgemeenschap A is 75 procent van alle zorgvragers regelmatig agressief. Conclusie: het zien van televisieprogramma's waarin veel agressie in voorkomt roept agressie op.
- Stel, er zijn twee groepen zorgvragers met pijn. De ene groep krijgt een injectie met medicijn, gevolg is dat hun pijn minder wordt. De andere groep krijgt geen injectie, gevolg is dat hun pijn hetzelfde blijft. Conclusie: het medicijn heeft een pijnstillend effect.
- Beweren dat Turkse kinderen dommer zijn dan Nederlandse kinderen is bijvoorbeeld niet zo moeilijk. Mensen komen al gauw tot dit soort uitspraken als ze zien dat in de groep waarin hun eigen kinderen zitten de Turkse kinderen gemiddeld minder goede resultaten halen dan de Nederlandse kinderen. Om een dergelijke uitspraak wetenschappelijk te kunnen onderbouwen is een heel ander verhaal. Hierbij zal bijvoorbeeld in ieder geval gekeken worden in hoeverre er andere mogelijke verklaringen zijn voor de minder goede resultaten van de Turkse kinderen, zoals een minder goede kennis van de Nederlandse taal (waardoor ze de instructies van de leerkracht niet goed kunnen begrijpen) of de manier waarop het wel of niet dom zijn gemeten wordt. Wat te denken van een test waarin gevraagd wordt wie de koningin van Nederland was vóór koningin Beatrix? Als een Turks kind dit niet weet, is het dan dus dom?
-
Als consument van onderzoeksresultaten van anderenJe leest de resultaten van onderzoek dat voor jouw werk van belang is, bijvoorbeeld in een vaktijdschrift. Je moet dit kritisch en met kennis van zaken kunnen lezen om de onderzoeksresultaten op hun waarde te kunnen schatten. Kennis van de methodologie helpt je om wat dit betreft je eigen logisch-systematische denken te trainen. Als `lijdend voorwerp': Er kan bijvoorbeeld op jouw werkplek een onderzoek worden gedaan naar de werkomstandigheden van de verpleegkundige of naar de toepassing van bepaalde methoden in jouw beroep. In dat geval ben je zelf het voorwerp van onderzoek.Als medewerker: Je helpt met jouw specifieke deskundigheid een onderzoeker bij de opzet van zijn onderzoek. Het kan ook voorkomen dat een onderzoeker vraagt of je hem wilt helpen gegevens te verzamelen uit jouw beroepspraktijk. In het rapport 'gekwalificeerd voor de toekomst' staat voor de verpleegkundige van niveau 5 beschreven dat je als afgestudeerde moet kunnen:- participeren in de uitvoering van (verplegings-)wetenschappelijk onderzoek- meewerken aan de ontwikkeling van meetinstrumenten waarin kwaliteitscriteria operationeel worden gemaakt.
Meer weten? Zie Methodenleer
Nog meer weten? Zie ELO-Methodiek