2.1.6.1 Gentle teaching

Gentle teaching is de vertaling van denkbeelden vanuit de humanistische psychologie (met name van Carl Rogers; zie ook hieronder bij de client centered therapie) naar de omgang met verstandelijk gehandicapten van verschillend niveau en met uiteenlopende gedragsproblematiek. Rogers noemde als belangrijke elementen in de houding van een begeleider/psychotherapeut dat de begeleider de cliënt met echtheid tegemoet treedt (de interesse in de cliënt moet niet gespeeld zijn), de cliënt moet onvoorwaardelijk geaccepteerd worden en verder moet de begeleider de cliënt op een empatische (inlevende) manier bejegenen. Al deze elementen vinden we ook terug in gentle teaching. Hierbij wijst de door de humanistische ideeën geinspireerde basishouding een houding die op machtsuitoefening gebaseerd is af. Belonen en bestraffen van gedrag (zoals bij gedragstherapie voorkomt) wordt binnen gentle teaching dus afgewezen.

Overigens zijn de ideeën zoals uitgedragen binnen gentle teaching ook geïnspireerd door het gedachtengoed van Bowlby. Bowlby wees erop dat een gevoelsmatige band (hechting) tussen kind en opvoeder in de eerste levensjaren van groot belang is. In gentle teaching wordt het belang van hechting voor alle levensjaren benadrukt. De bekendste vertegenwoordiger van gentle teaching is John McGee. Volgens McGee worden gedragsproblemen bij verstandelijk gehandicapten veroorzaakt door een gebrek aan hechting. Om de hechting te herstellen of tot stand te brengen moet via menselijk contact een basis gecreeërd worden waardoor echte menselijke ontplooiing mogelijk wordt. Een machtsstrijd wordt hierbij als funest beschouwd, omdat die altijd samengaat met een wederzijdse vervreemding, terwijl de bedoeling van gentle teaching juist is om die vervreemding tussen de verstandelijk gehandicapte en zijn medemens op te heffen door het opbouwen van een relatie tussen de verstandelijk gehandicapte en zijn begeleider.

Binnen gentle teaching komt een aantal begrippen steeds terug, je zou dit de sleutelbegrippen van gentle teaching kunnen noemen. Het gaat om: acceptatie, affectie, tolerantie en warmte. 

Het benadrukken van acceptatie komt overeen met een belangrijk uitgangspunt van de humanistische psychologie, namelijk dat groei alleen mogelijk is in een accepterende en ruimtebiedende omgeving. Vertaald naar de praktijk van het omgaan met verstandelijk gehandicapten met gedragsproblemen betekent dit dat je een bewoner niet door middel van straf of vastbinden verhindert om zichzelf of anderen pijn te doen, anderen te bespugen of te beschreeuwen of wat dan ook. Als iemand dat allemaal persé wil doen, dan mag je hem hoogstens door vriendelijke lijfelijke tussenkomst beschermen tegen pijn, en verder laat je hem zijn gang gaan. "Een klap accepteer je met een glimlach", aldus een van de groepsleiders die met gentle teaching werkt.

Ronny Vink schrijft hierover in het blad 'Klik' het volgende (1990):

"Volgens de gentle teaching methode heb je respect voor de daden van de bewoner. Je laat je niet intimideren door zijn gedrag, maar je intimideert hem zeker ook niet door hem te verhinderen zich zo te gedragen. Je probeert niet de baas over hem te spelen, je laat zien dat je er bent als hij je nodig heeft, en je probeert zijn vertrouwen te winnen.En of jij, als begeleider, dat vertrouwen waard bent moet je eerst maar bewijzen. Als jij overeind blijft, ondanks alles wat hij je probeert aan te doen door jou, zichzelf of anderen lijfelijk of emotioneel te beschadigen, dan zal hij je op een zeker moment gaan vertrouwen. Hij kan dat pas als hij zeker weet dat jij hem zijn daden niet persoonlijk aanrekent, als hij weet dat jij bereid bent te geloven dat hij zelf de kracht bezit om uit de put te raken en dat je bereid bent sámen met hem te werken aan zijn herstel. Hij moet je niet als een tegenstander ervaren, tegen wie hij continu moet vechten, maar als een medestander in de strijd tegen krachten die hij op dit moment niet zelf de baas kan. Het mooiste is als zo iemand alle begeleiders van zijn leefgroep op die manier kan vertrouwen."

Het mag duidelijk zijn dat deze benadering veel vraagt van de begeleiders. Je moet een behoorlijke dosis incasseringsvermogen, doorzettingsvermogen en vertrouwen in deze aanpak hebben wil je in staat zijn deze benadering consequent en langdurig vol te houden. En alleen door langdurig en consequent vol te houden kun je resultaten gaan zien. Maar áls het dan lukt om relatie op te bouwen waardoor ook aan soms zeer problematische bewoners een humane vorm van begeleiding geboden kan worden dan geeft dat wel veel voldoening.