2.2.1.6.2 Kernbegrippen

De humanistische psychologie hanteert de volgende uitgangspunten:

 

  1. De mens is van nature goed; Dit is dus een heel positief mensbeeld. Als iemand zich niet goedaardig gedraagt, komt dit door een tekort in zijn bestaan, bijvoorbeeld een tekort aan liefde, veiligheid of acceptatie. Wanneer iemand zich gewelddadig gedraagt, komt dit niet omdat hij van nature zo is maar doordat er omstandigheden zijn (geweest) die hem daartoe aanzetten.
  2. Mensen zijn geneigd hun eigen mogelijkheden en talenten zo optimaal mogelijk te benutten; Evenals planten en dieren bezitten mensen de aangeboren neiging om te groeien en zichzelf te ontplooien. Hiervoor moet, net als bij planten en dieren, wel aan bepaalde voorwaarden voldaan zijn. Een kastanje heeft lucht, water, vruchtbare grond en zonlicht nodig om uit te groeien tot een mooie kastanjeboom. Zo heeft een mens liefde, veiligheid en vrijheid nodig om zijn mogelijkheden en talenten tot volle bloei te laten komen.
  3. Een mens heeft een vrije wil; De mens kan richting geven aan zijn leven. Hij is dus in staat om verantwoorde keuzen te maken en is daarmee ook zelf verantwoordelijk voor zijn lot. De mens wordt niet zijn leven lang geregeerd door zijn jeugdervaringen en door de driften uit zijn onbewuste. Ook is hij geen speelbal van conditioneringsprocessen. De mens bestuurt zichzelf. Hij is vrij, vrij om keuzen te maken en daarnaar te handelen en vrij om in zijn leven te doen wat hij in zijn leven wil doen.
  4. De mens kan in harmonie met zichzelf en met anderen leven; De mens hoeft helemaal niet voortdurend vanuit een soort conflictmodel te leven. Een gezond iemand, die is opgegroeid in een klimaat waarin voldoende liefde, veiligheid en acceptatie aanwezig waren, is uitgegroeid tot de persoon die hij ook in aanleg is. Hij heeft helemaal kunnen worden zoals hij wilde zijn. Om de vergelijking met de kastanjeboom nog maar even door te trekken: de boom is niet gesnoeid of beknot en ook is zijn top er niet uitgeknipt. De boom heeft dus helemaal kunnen groeien zoals ook in zijn vermogen lag, en dit heeft een stevige, aan alle kanten goed ontwikkelde en evenwichtige boom opgeleverd. Een persoon die in een dergelijk gunstig klimaat is opgegroeid, is zoals hij zou willen zijn en hoeft dus niet te leven vanuit een conflictmodel. Wat valt er dan nog te vechten? Overigens is het op een dergelijke manier in balans zijn een doorlopend proces, je bent er nooit mee klaar en het is ook nooit perfect. Ook een prachtige boom blijft groeien en veranderen en nieuwe blaadjes maken en oude blaadjes afstoten.
  5. Ieder mens is uniek; Geen mens is hetzelfde. Je kunt geen groep mensen bij elkaar vegen omdat ze bijvoorbeeld allemaal depressieve klachten hebben. Als je een mens in zijn totaliteit bekijkt verschilt hij altijd weer van alle andere mensen die ook depressieve klachten hebben. Vanuit de humanistische psychologie bestaat een grote weerstand tegen het in hokjes stoppen van mensen, bijvoorbeeld van mensen met psychische klachten. Volgens humanistisch psychologen ontken je door het uitdelen van een etiket aan iemand (bijv. `dwangmatige stoornis') het uniek menselijke van die persoon.

 

Principes van de HP

 

 

-          Psychologische theorieën moeten gebaseerd zijn op onderzoek van psychisch gezonde mensen, zodat deze theorieën ons ook inderdaad iets vertellen over het functioneren van gewone, normale mensen

-          Bij het bestuderen van de mens moet deze mens als totaliteit bekeken worden. Door ieder puzzelstukje apart te bestuderen kom je nog niet te weten hoe de puzzel er als geheel uitziet. Dus ook bij het bestuderen van de mens moet je zijn gevoel, verstand en gedrag niet los van elkaar zien, maar moet je dit als één geheel bestuderen. Alleen maar kijken naar wat een mens doet als je hem bijvoorbeeld duizend gulden geeft is niet genoeg, je zult ook zijn gedachten en gevoelens hierbij moeten onderzoeken. Het subjectieve ervarenvan een persoon (dus wat hij denkt en voelt, zijn individuele beleving) wordt binnen de humanistische psychologie juist centraal gesteld bij het begrijpen van gedrag.

-          De psychologie moet een eigen onderzoeksmethode ontwikkelen en niet klakkeloos de natuurwetenschappen nadoen met hun manier van onderzoek doen. Het heeft geen zin om experimenten op te zetten waarvan de resultaten statistisch onderbouwd moeten worden. Zorg dat datgene wat je onderzoekt zinvol is en betekenis heeft voor mensen. Dit is belangrijker dan een strakke, objectieve experimentele opzet. Kijk of de verkregen informatie past in wat al bekend is en kijk of andere, onafhankelijke onderzoekers dezelfde informatie vinden. Ga na of de nieuwe informatie effectief gebruikt kan worden in het begeleiden van mensen.

-          De eerste levensjaren van de mens zijn wel belangrijk voor zijn vorming, maar niet allesbepalend. Je kunt in de loop van je leven nog ingrijpend veranderen. De ontwikkeling van een mens gaat zijn hele leven door.