2.1.2.2.4 Neg.oefening

Soms vertoont een bewoner gedrag dat er op gericht is anderen uit te dagen of te pesten. Als het lukt om anderen uit de tent te lokken heeft het gedrag dus voor deze bewoner een prettig gevolg, hij vindt het bijvoorbeeld leuk om anderen kwaad te maken. Als hij hierin slaagt wordt hij alleen maar bevestigd in dit gedrag en zal hij het nog vaker gaan vertonen. Met behulp van de techniek van de negatieve oefening probeer je deze gang van zaken te doorbreken. Bij negatieve oefening is het zo dat je de bewoner gaat opdragen om het vervelende gedrag te vertonen. Omdat hij het dan moet doen omdat jij het wil gaat de lol er al snel af. Hij kan je er immers niet meer mee pesten, hij moet juist van jou het gedrag vertonen.
Voorbeeld:  een bewoner zit voortdurend op een irritante manier met zijn stoel te wippen tijdens het eten. Hij geniet blijkbaar van de irritaties die dat oproept. Als je hem nu dwingt om voortdurend met zijn stoel te gaan wippen, ook als hij er eigenlijk geen zin meer in heeft, is de lol er voor hem gauw af.