2.2.3.4.1 Interactie

Functieleer bestudeert de psychische functies en de verstoringen daarin, maar functies zijn nog geen gedrag. Daarvoor moet men functies combineren met een context en vooral met een persoon die die combinatie maakt. Het is van belang onderscheidt te maken tussen het psychische proces en de gedragsmatige uitkomst daarvan.
 
Hoe doe ik dat?
  1. U beseft dat het bij waarnemen vooral draait om interpreteren
  2. U bestudeert de relatie tussen interpreteren en observeren
  3. U begrijpt dat er bij waarnemen twee tegengestelde processen werkzaam zijn. Dat maakt waarnemen complex
  4. U herinnert zich een en ander over het geheugen
  5. U denkt na over denken.