2.2.2.8.2.1 Gelaagdheid

Een mens kan dingen bewust doen en laten, maar ook onbewust. Deze automatische piloot is handig voor routineklussen zodat men zijn energie en aandacht kan richten op moeilijke zaken. Bewust en onbewust zijn als het  ware twee lagen van hetzelfde brein. Daarnaast kent men ook de voorbewuste psychische laag; hierin zit allerlei informatie waarvan je je op dat moment niet bewust bent maar die je je wel bewust kunt maken, bijvoorbeeld hoe de school waarop je vroeger zat er uitzag, wat je op je laatste verjaardag gedaan hebt etc. De onbewuste psychische laag bevat die informatie die wel in onze geest aanwezig is maar waar we niet bijkunnen. Dit wordt dus lastig uitleggen, want we kunnen elkaar niet vertellen welke informatie in ons onbewuste zit. Zodra we iets zouden kunnen noemen is het immers niet onbewust meer. Soms merken mensen toch dat  het onbewuste er wel is. Ze doen dingen die ze met hun (voor)bewuste verstand niet kunnen verklaren, verspreken zich of maken vreemde fouten. Ook dromen kunnen wijzen op activiteit van of in het onbewuste. 
 
 
Een mens heeft, behalve een bewuste, ook een voorbewuste en een onbewuste psychische laag. In de bewuste psychische laag zit die informatie waarvan je je op dit moment bewust bent. Dus bijvoorbeeld de informatie die je nu leest in dit boek, het vervelende gevoel in de arm waarop je nu al een tijdje steunt, de telefoon die rinkelt, van al dit soort informatie ben je je op dat moment bewust.
 
Freud zegt dat we ook een voorbewuste psychische laag hebben. Hierin zit allerlei informatie waarvan je je op dit moment niet bewust bent maar die je je wel bewust kunt maken. Je zou ook kunnen zeggen dat in het voorbewuste alle informatie zit die we ons (soms met enige moeite) kunnen herinneren. Dus bijvoorbeeld hoe de school waarop je vroeger zat er uitzag, wat je op je laatste verjaardag gedaan hebt, tegen wie je vandaag als eerste iets gezegd hebt (en óf je vandaag al iets tegen iemand gezegd hebt) enzovoort.
 
De onbewuste psychische laag bevat die informatie die wel in onze geest aanwezig is maar waar we niet bijkunnen. Dit wordt dus lastig uitleggen, want we kunnen elkaar niet vertellen welke informatie in ons onbewuste zit. Zodra we iets zouden kunnen noemen is het immers niet onbewust meer. Het is net zoiets als wanneer we nu zouden beweren dat er zich een onzichtbaar en onvoelbaar voorwerp in je kamer bevindt. Je kunt niet bewijzen dat we ongelijk hebben. Zo is het ook met het onbewuste, het is ongrijpbaar. Toch zegt Freud dat we soms kunnen merken dat het onbewuste er wel is.
 
Zo doen mensen soms dingen die ze met hun (voor)bewuste verstand niet kunnen verklaren. Een meisje was bijvoorbeeld om de haverklap de ring kwijt die ze van haar vriendje had gekregen. Als ze hem had afgedaan vergat ze hem weer om te doen en liet hem dan op de raarste plaatsen liggen. Dit was heel vervelend en het kostte haar veel tijd om hem steeds weer te zoeken. Puur met je (bewuste) verstand is moeilijk te verklaren waarom ze de ring steeds kwijtraakte. We zouden hoogstens kunnen zeggen dat het erg dom van haar is. Vanuit de psychoanalyse zou je kunnen zeggen dat hier mogelijk een onbewuste reden meespeelt: misschien is dit meisje eigenlijk helemaal niet zo gelukkig met haar verkering, of vindt ze haar vriendje wel leuk maar vindt ze dat hij haar te veel claimt, en is het steeds kwijtraken van zijn ring hiervan een onbewuste uiting.
 
Een andere manier om te ervaren dat we een onbewuste psychische laag hebben is via onze dromen: we dromen soms dingen waarvan het moeilijk te geloven is dat ze echt door onszelf (door onze geest) geconstrueerd en bedacht zijn. We dromen soms zulke rare, onwaarschijnlijke, bizarre dingen dat het bijna niet te geloven is dat die uit ons eigen hoofd komen. Freud zei dan ook dat de inhoud van onze dromen typische producten uit ons onbewuste zijn. Volgens hem komen via onze dromen onbewuste angsten en verlangens aan het licht.