2.2.2.8.1 Voorbeelden
Hieronder vindt u een aantal voorbeelden waarin onbewuste motieven of conflicten een rol spelen:
- Een verpleegkundige heeft er (om voor haarzelf onverklaarbare redenen) een hekel aan een bepaalde zorgvrager te verzorgen. Deze man heeft haar nooit iets misdaan en is in de verzorging niet moeilijker of lastiger dan veel andere zorgvragers. Wat hier een rol kan spelen is dat deze zorgvrager de verpleegkundige, zonder dat zij dit zelf in de gaten heeft, herinnert aan een andere persoon uit haar leven. Hij doet haar bijvoorbeeld (onbewust) aan het hoofd van haar lagere school denken, een man voor wie zij bang was en aan wie zij een hekel had. De gevoelens die zij naar dit schoolhoofd toe heeft gaan nu ongemerkt een rol spelen in het contact met deze zorgvrager.
- Een vrouw die ter observatie opgenomen is in het ziekenhuis plast regelmatig in haar bed terwijl ze niet incontinent is. De (onbewuste) reden voor dit gedrag is dat deze vrouw graag als een kind verzorgd wil worden door de verpleegkundigen.
- In een verslavingskliniek komt men tot de conclusie dat het overmatige eetgedrag dat een van de zorgvragers vertoont te maken heeft met het feit dat zij als kind nooit liefde heeft gehad. Door te eten probeert zij dit gemis te compenseren. De zorgvrager is zich van het verband tussen het gebrek aan liefde en haar vele eten niet bewust.
- Een vrouw meldt zich aan met als klacht dat zij niet meer kan praten. Bij onderzoek blijkt er niets mis te zijn met haar stembanden, tong, lippen en ademhalingsorganen. Zij blijkt wel te kunnen fluisteren. Als diagnose wordt gesteld: psychogene afonie. Dit betekent dat er sprake is van het niet kunnen spreken door een puur psychische oorzaak. Deze diagnose wordt later bevestigd door het feit dat de vrouw op een gegeven moment tijdens de bezoeken aan de logopediste wel kan spreken, terwijl zij buiten de therapieruimte haar klacht houdt.
- Een man is langzamerhand een goede bekende geworden op de eerstehulpafdeling. Regelmatig heeft hij `ongelukjes' waarna hij medische hulp nodig heeft. Hij beschouwt zichzelf als een enorme pechvogel en als een onhandige figuur. Uit een latere psychotherapie blijkt dat hij deze `ongelukjes' steeds krijgt omdat hij schuldgevoelens heeft over een gebeurtenis uit zijn verleden. Door deze `ongelukjes' wil hij zichzelf onbewust straffen voor de dingen waarvan hij vindt dat hij ze in het verleden verkeerd heeft gedaan.
- Steeds weer meldt een zorgvrager zich voor een onderzoek bij de internist omdat zij ervan overtuigd is aan een ernstige ziekte te lijden. Uit vele onderzoeken blijkt steeds weer dat dit niet het geval is. Als de internist op een gegeven moment op grond hiervan weigert haar nogmaals te onderzoeken maakt ze een afspraak met een internist van een ander ziekenhuis waar hetzelfde verhaal van voren af aan begint.
- Een zorgvrager in de psychiatrie valt op doordat hij uit verschillende persoonlijkheden lijkt te bestaan. De ene keer praat en reageert hij als een klein bang jongetje, de andere keer als een volwassen en wat agressieve man. Vreemd genoeg weet de man `als jongetje' niet wat er gebeurt in de perioden waarin `de agressieve man' de boventoon voert. Omgekeerd kan `de agressieve man' niet vertellen wat hij gedaan heeft in de perioden waarin `het jongetje' zich vertoonde.
Meer weten? Zie Psycho-dynamica