x. Belang

 

Psychologie is de wetenschap die zich bezighoudt met menselijk gedrag en de achtergronden hiervan. Anders gezegd kunnen we stellen dat de psychologie zich bezighoudt met wat mensen doen en waardoor ze doen wat ze doen. Dat `wat ze doen' moeten we trouwens heel breed opvatten. Daarbij hoort hoe ze denken, relaties aangaan, waarnemen, gek worden, vrijen, boos worden, zelfmoord plegen, carrière maken, kortom alles wat mensen doen is `gedrag'.

Een persoon vertoont bijvoorbeeld agressief gedrag. Als je dit gedrag wilt gaan bestuderen, kun je eerst in kaart gaan brengen wat hij precies doet: hoe vaak vertoont hij agressief gedrag, wat versta je wel en niet onder agressief gedrag, welke vorm(en) van agressief gedrag vertoont deze persoon, enzovoort. Vervolgens kun je je ook bezighouden met hoe het komt dat hij dit agressieve gedrag vertoont (dus met de achtergronden van dit agressieve gedrag): zijn er bepaalde dingen in de omgeving van deze persoon die het agressieve gedrag opwekken, heeft het karakter van deze persoon met zijn agressieve gedrag te maken, heeft hij het vertonen van dit agressieve gedrag geleerd van mensen in zijn omgeving, enzovoort.

Je gaat dus bekijken welke factoren het gedrag van een mens kunnen beïnvloeden, en dit blijken er ontzettend veel te zijn! Zo kan menselijk gedrag beïnvloed worden door het weer, door jeugdervaringen, door de cultuur van het land waarin iemand woont, door de radio, tv of andere massamedia, door andere mensen, door hoe iemand er uitziet, enzovoort. Menselijk gedrag wordt dus door een combinatie van heel veel factoren bepaald, en het is dus ook niet zo eenvoudig om in kaart te brengen waardoor iemand nu precies doet wat hij doet. Dit maakt de psychologie tot een ingewikkelde maar tegelijkertijd ook razend interessante wetenschap. Je hebt immers de hele dag met menselijk gedrag te maken, al is het maar met je eigen gedrag!

Voor professionals is kennis vanuit de psychologie onmisbaar. De psychologie leert je namelijk hoe mensen zich gedragen en waardoor ze dit doen, en deze kennis is noodzakelijk als je goed met mensen wilt omgaan. Pas als je weet waardoor iemand doet zoals hij doet zul je goed op dit gedrag kunnen inspelen. Als je bijvoorbeeld helemaal niet weet wat er in psychologisch opzicht met iemand gebeurt als hij te horen krijgt dat hij aan een ongeneeslijke ziekte lijdt zul je hem ook niet goed kunnen begeleiden.

Stel dat die ongeneeslijk zieke persoon je uitscheldt voor alles wat mooi en lelijk is als je bij het wassen per ongeluk drie druppels water op zijn laken knoeit, dan sta je toch raar te kijken. Als je geen inzicht hebt in wat er zich bij deze persoon afspeelt zul je misschien verontwaardigd reageren en duidelijk je grenzen aangeven en misschien zelfs wel zeggen dat je hem op deze manier niet verder wenst te verzorgen. Als je wel inzicht hebt in het verwerkingsproces waarin deze man zit en je weet dat agressieve reacties daarvan een normaal onderdeel zijn, zul je heel anders reageren. Je vat deze agressie dan niet persoonlijk op, waardoor die om te beginnen al veel beter te verdragen is. Je kunt deze man laten merken dat je begrip hebt voor zijn woede, en dat je je die in zijn situatie heel goed kunt voorstellen.

Door op deze manier op zijn emoties in te gaan bereik je mogelijk dat deze man zijn hart bij je kan luchten zodat hij niet meer zo tekeer hoeft te gaan als jij in zijn ogen een foutje maakt. Misschien kun je samen met hem andere manieren bedenken waarop hij zijn agressie kan uiten. Kortom, als professioneel verpleegkundige reageer je niet op grond van je eigen eerste impulsen maar op grond van kennis en ervaring die je in de loop van je opleiding opdoet, en waarmee je je ontwikkelt tot een professioneel beroepsbeoefenaar.

Natuurlijk neem je vanuit je eigen leven al een portie levenservaring en mensenkennis mee. Deze kennis en ervaring zijn heel waardevol, maar ze zijn gebaseerd op een beperkt aantal ervaringen. Vanuit de psychologie wordt deze kennis aangevuld met informatie die op een ontzettend groot aantal ervaringen is gebaseerd, namelijk op al het psychologische onderzoek dat in de loop van de tijd is verricht. Dit is dus een heel belangrijke aanvulling op datgene wat je in je eigen leven al hebt meegemaakt, want voor ieder mens geldt dat het aantal eigen ervaringen natuurlijk beperkt is.

Zo heb ik gelukkig geen dwarslaesie, maar ik kan uit de psychologische literatuur toch leren hoe het ervaren van emoties voor mensen is veranderd vanaf het moment dat zij zijn geconfronteerd met een dwarslaesie. Dat is maar goed ook, want anders zou ik hun gedrag misschien totaal verkeerd interpreteren en begrijpen, waardoor ik ook in het verplegen van deze mensen blunders zou kunnen maken.

Ik ben gelukkig ook (nog) niet dement, maar ik kan me op grond van psychologische onderzoeken ten minste een voorstelling maken van wat dementerende mensen ervaren. Hierdoor kan ik in ieder geval proberen hen zo goed mogelijk te begeleiden zonder hen onnodig leed aan te doen doordat ik niet voldoende kennis van zaken heb.

Waarschijnlijk kun je je niet meer herinneren hoe je voorstelling van de dood was toen je drie jaar oud was. Gelukkig is hierover in de psychologische literatuur informatie te vinden, zodat je in je beroepspraktijk ook driejarige kinderen die met de dood in aanraking komen zo goed mogelijk kunt begeleiden.

Op deze manier zijn voor het hele werkterrein van de professional voorbeelden te geven van de noodzaak van psychologische kennis. Een professional die er in positieve zin uitspringt, onderscheidt zich vaak niet eens zozeer door technische vaardigheden. Men onderscheidt zich vaak juist door het vermogen om op een goede manier met mensen om te gaan, en daarvoor is psychologische kennis onmisbaar.