4.1 Grondslagen

Een wetenschap ontstaat niet van de ene op de andere dag. Er wordt al eeuwenlang nagedacht over de mens, over de geest en de ziel en het gedrag van de mens (bijv. binnen de filosofie). Het denken over de mens is echter nog wat anders dan de wetenschap psychologie bedrijven. De wetenschap psychologie bestudeert op een systematische manier het menselijk gedrag en de achtergronden daarvan. Zo bekeken bestaat de psychologie als wetenschap nu ruim honderd jaar. Als beginpunt van de wetenschap psychologie wordt namelijk de opening van het eerste psychologische laboratorium beschouwd. Deze opening vond plaats in 1879 in Leipzig. Wilhelm Wundt is hier gestart met het doen van experimenten op het gebied van de psychologie.
Ruim honderd jaar lijkt een heel lange tijd, een mens van dik honderd jaar is stokoud. Voor een wetenschap ligt dat anders, psychologie is als wetenschap nog maar een jonkie, vele andere wetenschappen zijn veel en veel ouder, zoals de filosofie en de geneeskunde.
 
Zeker bij een jonge wetenschap als de psychologie is er nogal wat strijd/discussie over wat nu wel en niet bij die wetenschap hoort, hoe je het onderwerp van die wetenschap het beste kunt bestuderen en op welke manieren je tegen het onderwerp van die wetenschap kunt aankijken. Dit brengt met zich mee dat zich op het gebied van de psychologie ook randverschijnselen voorgedaan hebben die eigenlijk met de psychologie als wetenschap niets te maken hadden.
Zo werd in het begin van de twintigste eeuw nog `geloofd' in de frenologie. Frenologie is de leer van de vorm van de schedel, in het bijzonder de schedelknobbels. Aan het voorkomen of juist ontbreken van knobbels op de schedel meende men te kunnen zien of iemand bijvoorbeeld vernielzuchtig was of aan verzamelwoede leed. In ons taalgebruik zitten hierdoor tot op de dag van vandaag nog woorden als `talenknobbel' en `wiskundeknobbel'. Inmiddels is echter allang wetenschappelijk bewezen dat de schedelknobbels niets zeggen over de genoemde eigenschappen van personen, en de frenologie maakt dan ook geen deel uit van de wetenschappelijke psychologie. Dit laatste geldt trouwens ook voor bijvoorbeeld de grafologie (handschriftkunde) en de astrologie. Uitspraken van grafologen en astrologen zijn niet wetenschappelijk onderbouwd. Als hun uitspraken al kloppen dan berust dit op toeval.
Als ik voorspel dat mannen met zwart haar goede voetballers zijn dan heb ik ook vast wel af en toe gelijk maar ook heel vaak niet. Als jouw horoscoop van deze week uitkomt wil dat echt niet zeggen dat de astrologie `dus' toch gelijk heeft. Hoe zit dat dan met al die mensen die hetzelfde sterrenbeeld hebben als jij? Kwam voor hen de horoscoop ook uit? En was dit ook het geval voor alle andere sterrenbeelden? En hoe was die horoscoop eigenlijk geformuleerd; vaag en algemeen of heel concreet en specifiek? Voorspellen dat er deze week iets op het gebied van je relaties zal gebeuren is niet zo'n riskante onderneming. Wanneer gebeurt dat niet?
 
In de psychologie zijn vele stromingen en scholen te onderscheiden. Hier beperken we ons tot de hoofdstromingen en deelterreinen zoals die ook an de universiteiten worden gedoceerd. Deze 'scholen' zijn voor een deel als reactie op elkaar ontstaan. Zoals bijvoorbeeld zal blijken is de humanistische psychologie duidelijk een reactie op de twee scholen die eraan vooraf zijn gegaan (de psychodynamische en het behaviorisme). Een bijzonder positie neemt het eclectisch denken in, ookwel aangeduid als het multi-causale model, omdat het als het ware leentje buur speelt bij alle andere scholen.
 
Ter illustratie: de nature-nurture kwestie.