2.2.5.4 Grondleggers

Een belangrijke grondlegger van de humanistische psychologie is Maslov (1908-1970). `Humanistisch' betekent `menselijk'. Maslov wilde een `menselijke' psychologiestroming in het leven roepen. Hij zette zich hierbij af tegen de ideeën vanuit de psychoanalyse en vanuit het behaviorisme.
 
Zo was hij het niet eens met de psychoanalytische uitgangspunten dat de mens van nature slecht is, dat je persoonlijkheid helemaal door je jeugdervaringen bepaald wordt en dat er voortdurend een conflict is tussen je eigen drijfveren en wat de omgeving acceptabel vindt. Maslov vond dat de psychoanalytische ideeën te veel gebaseerd zijn op het bestuderen van mensen met psychische problemen. Hij zei dat het ook geen wonder is dat je zo'n pessimistisch mensbeeld krijgt als je alleen op basis van probleemgevallen tot een theorie probeert te komen.
 
Verder was Maslov het niet eens met het idee vanuit het behaviorisme dat de mens gevormd wordt door wat hij via prikkels en beloningen en straffen vanuit zijn omgeving leert, en dat de mens hieraan zelf heel weinig sturing kan geven. Ook verwierp hij het idee dat subjectieve ervaringen van mensen niet wetenschappelijk onderzocht kunnen worden. Volgens Maslov zie je juist het meest essentiële van de mens over het hoofd als je niet in de `black box' gaat kijken naar wat mensen allemaal ervaren.
 
Een andere belangrijke vertegenwoordiger van de humanistische psychologie was Rogers (1902-1987). Hij is bekend geworden door de psychotherapievorm die hij op basis van de ideeën van de humanistische psychologie ontwikkeld heeft, de client centered therapy, de therapie waarbij de cliënt centraal staat.