bio Uitgangspunten
Op basis van de universele uitgangspunten van de EP voor de levende natuur kan men een aantal soortspecifieke uitgangspunten formuleren voor bijvoorbeeld zoogdieren in het algemeen en groepsdieren als de mens in het bijzonder, zoals:
- De mens kent als individu diverse hoofdtaken: zichzelf voortplanten en/of helpen bij die van soortgenoten, overleven en/of anderen helpen overleven.
- De mens leeft letterlijk 'niet alleen' in een fysieke wereld wereld, maar is een groepsdier
- Om als individu en als groepsdier te leven, zijn inlevings- en voorstellingvermogen noodzakelijk, maar ook zaken als communicatietie: mentale of psychologische eigenschappen.
- Psychologische eigenschappen moeten sneller kunnen veranderen dan evolutie toetstaat want de sociale wereld is veel dynamischer dan de fysieke wereld. Dit vraagt om constante, snelle aanpassing op individueel niveau: adaptatie
- Adaptatie is een uiterst complex psychologisch mechanisme dat met veel vallen en opstaan tot stand komt. Dit vraagt om een lange ontwikkeltijd en veel speelruimte.
- Die ontwikkeltijd en speelruimte is ontstaan door differentiatie binnen de levensloop; in de kindertijd is de mens anders dan op zijn oudedag.
- De mens is een ultrasociaal wezen (sociale psy) , maar ook een individu (persoonlijkheidsleer) dat een lichaam heeft en daarmee tal van bio-psycho-sociale functies kent (functieleer)
- De mens kent een (levens)lange ontwikkelingstijd: groei --> ontw.psychologie
- Gedrag heeft altijd een lange termijndoel (intentionaliteit) dat via tussentijdse subdoelen kan worden bevordert: bekrachtiging (leertheorie).