2.5.2.3.2.5 Perspectief

Voor de arts zijn lichamelijke klachten in eerste instantie een aanwijzing voor mogelijke pathologie en het begin van een zoektocht naar een oorzaak voor de klachten en de bijbehorende remedie (diagnose). Vanuit een louter biologisch-medische invalshoek wordt een directe relatie gelegd tussen pathologische afwijkingen en symptomen of klachten. Een symptoom is volgens deze zienswijze een teken voor een bepaalde aandoening of ziekte en het uiten van een klacht heeft betrekking op een door een patiënt waargenomen symptoom. Echter de relatie tussen het al of niet aanwezig zijn van pathologie, het optreden van symptomen en het rapporteren van klachten blijkt in de praktijk aanzienlijk complexer te zijn. Zo wordt er soms voor de klachten een organische verklaring gevonden, maar soms ook niet. In de huisartsenpraktijk heeft bijvoorbeeld ongeveer 20% van de consulten betrekking op uiteenlopende medisch onverklaarde klachten. Sommige patiënten rapporteren meer uiteenlopende en ernstiger klachten dan men op grond van de aanwezige pathologie zou verwachten, terwijl bij andere patiënten sprake is van het omgekeerde. Verder kan zelfs bij een zeer ernstige lichamelijke afwijking sprake zijn van afwezigheid van lichamelijke klachten, zoals bij ‘silent ischemia’ en ovariumcarcinoom. Ten slotte zijn belangrijke medische gegevens, zoals bloeddruk en bloedsuikerspiegel, voor zowel arts als patiënt zonder hulpmiddelen niet goed in te schatten.
.