Dualisme

[door Gebrig Versteegen]

Het dualisme van Descartes maakt een streng onderscheid tussen lichaam en geest, gezien als ziel of bewustzijn. Die zouden bestaan uit twee verschillende entiteiten die elkaar beïnvloeden: het lichaam als beperkt, stoffelijk en tijdelijk en de geest als vrij, onstoffelijk en eeuwig. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in twee beginselen. Dat wat ruimte inneemt, "res extensa”genoemd, en dat wat denkt en bewustzijn heeft “res cognitans”.
Aan deze opdeling ligt volgens Descartes de volgende reden als grondslag: mensen kunnen betwijfelen of ze een lichaam hebben, maar niet dat ze een geest hebben, omdat het twijfelen zelf een denkend en bewust iets (geest of ziel) veronderstelt. Vandaar zijn uitspraak: "Ik denk, dus ik ben”.
Hoe de connectie tussen een onstoffelijke geest en een stoffelijk lichaam tot stand komt wist ook Descartes niet. Maar hij ontdekte de epifyse, de pijnappelklier, in het centrum van de hersenen. Volgens hem zorgde een godheid ervoor dat geest en lichaam elkaar op deze plek op een mysterieuze wijze beïnvloeden. Onder de huidige filosofen is er weinig aanhang meer te vinden voor dit dualistische mensbeeld; de meeste beschouwen het als achterhaald. In de huidige gezondheidszorg is dit besef niet (goed) doorgedrongen, de scheiding tussen lichaam en geest is zeer actueel: het medisch model is hier een duidelijk uitvloeisel van. Werken vanuit een meer holistische visie, binnen de gezondheidszorg ook wel bio-psychosociaal model (Engel,1977) genoemd, vindt slecht langzaam zijn weg. Een complicerende of vertragende (?) factor daarbij lijkt de culturele/maatschappelijke invloed te zijn. Het dualisme is zo in onze cultuur verweven dat het niet alleen gaat om een verandering in de gezondheidszorg maar juist ook om verandering in de maatschappij.