Ontwikkeling van de dynamische psychiatrie en psychologie

[door Ron Veenstra]

De geschiedenis van de psychologie kenmerkt zich door golf bewegingen. Met name in het begin van de ontwikkeling van de psychotherapie zien we een scholenstrijd die sterk samenhangt met de sociale en culturele en maatschappelijke context. Binnen een bepaalde periode zien we een dominante paradigma (Kuhn, 1962) de boven toon voeren. Men onderzoekt een bepaald onderwerp en bouwt voort op al bestaande prestaties van anderen. Het is als het ware het toevoegen van nieuwe puzzelstukjes in de hoop de puzzel een keer af te krijgen. In de tijd van de ontwikkeling van de dynamische psychologie en psychiatrie is de introspectie de belangrijkste onderzoeksmethode het paradigma, die zich met name richt op bewuste en onbewuste psychische processen. Met name het in kaart brengen en het verklaren, beschrijven van onbewuste motieven en processen lag in die tijd in de belangstelling. Men ontwikkelde op basis van hypotheses en experimenten met patienten, die in therapie waren, diverse (pre)-theorieen. Binnen zo’n tijdgeest of paradigma zien we vaak herhaling van thema’s die dan weer in, en dan weer uit de mode geraken/in de belangstelling staan. De invloed van de therapieen die toen gegeven werden en ontwikkeld werden zien we dan ook vaak terug in de ontwikkeling van deze theorieen. Een thema staat een bepaalde tijd in de belangstelling, waarna het accent op een ander thema komt te liggen, en vervolgens keert het thema terug in de belangstelling door bijvoorbeeld een nieuwe ontdekking of verklaring. Een voorbeeld van een degelijke golfbeweging is de aandacht die het onbewuste krijgt in de ontwikkeling van de dynamische psychologie. Het thema komt regelmatig terug in de belangstelling te staan door nieuwe ontdekkingen of verklaringen binnen een therapeutische school. Van echte wetenschap was toen nog geen sprake. Het vakgebied van de psyche kan men in die tijd eigenlijk opvatten als een tabula rasa. Aller hande informatie die iets met het thema van doen hadden werd gebruikt.
Gaande weg ontstonden er scholen en stromingen en kreeg het vakgebied psychologie/psychiatrie vorm en structuur. De puzzelstukjes waarover Kuhn spreekt krijgen letterlijk vorm. Deze scholen beconcurrerende elkaar, hetgeen als goede motivator gezien kan worden voor de productiviteit. Een aantal scholen en opvattingen verdween en de “sterkste” bleef over. Zoals gezegd spelen maatschappelijke ontwikkelingen, culturele tradities, politieke stromingen en sociale omstandigheden/golfbewegingen hierin een belangrijke rol. De ontwikkeling van theorieën en modellen staat niet los van de maatschappelijke context, zo ook de ontwikkeling van de dynamische psychiatrie. De ontwikkeling van de dynamische psychologie laat een zelfde proces zien. Zo zien we dat de ontwikkeling van de dynamische psychologie/psychiatrie met name door mannen werd gedaan. Publicaties van vrouwen zien we in die tijd bijna niet voorkomen. Psychologie is het domein van mannen. Indien we met deze blik naar de ontwikkeling van de dynamische theorieen kijken kunnen we dit fenomeen terug zien. Er wordt over vrouwen geschreven, waarbij men uitgaat van het zwakke geslacht en waarbij op basis van het geslacht een aantal kenmerken aan hun toegeschreven worden die opgevat kunnen worden als bepaalde typische psychische stoornissen (hysteria).  
 
Voor een verdere uitwerking zie:
Thomas S Kuhn, The structure of scientific revolutions (1st. ed., Chicago: Univ. of Chicago Press, 1962)