Toepassing soc.psych

Verder is kennis van de in dit hoofdstuk beschreven fenomenen vanuit de sociale psychologie een hulpmiddel om te voorkomen dat je ongemerkt en ongewild gedrag vertoont waar je achteraf helemaal niet tevreden over bent. Wanneer een verstandelijk gehandicapt kind gewond raakt omdat niemand ingegrepen heeft in wat toch wel een noodsituatie bleek te zijn (kind gilde bijvoorbeeld toen het in kokend heet badwater werd gezet) heb je daar op zijn zachtst gezegd achteraf geen goed gevoel over. Kennis van het omstander-effect kan voorkomen dat je hier het slachtoffer van wordt.
Ook is het goed je bewust te zijn van de macht die uit kan gaan van mensen met autoriteit en vanuit groepen waar je deel van uitmaakt. Denk nog maar eens aan de voorbeelden uit de paragraaf over de schaduwkant van de mens. Deze schaduwkant hebben we allemaal. Het getuigt van wijsheid dit onder ogen te zien en er vervolgens voor te zorgen dat deze kant niet de overhand krijgt, zeker niet in een beroep waarin in meerdere of mindere mate willoze mensen afhankelijk zijn van jouw zorg.
Tot slot dus een aantal richtlijnen die je kunnen helpen weerbaar te zijn tegen de macht van de situatie (naar D. Ingleby e.a., red., 1992):
Hoe kun je je teweer stellen tegen de macht van de situatie? Hoe kun je zelf voorkomen dat de manier waarop je een situatie interpreteert je verleidt om dingen te doen die in strijd zijn met je eigen normen? Een aantal principes is hiervoor belangrijk:
 
1.         hoe zie je jezelf? 
2.         hoe reageer je op de ander?
3.         hoe zie je de situatie?
 
Bij 1:   de manier waarop je jezelf ziet kan je meer of minder weerbaar maken tegenover machtsmanipulaties. 'Ik ben alleen maar een proefpersoon in een experiment' of 'ik ben alleen maar een bezoeker van de disco' lijken onschuldige omschrijvingen maar ze geven je in feite een reden om de macht uit handen te geven. Door jezelf steeds voor ogen te houden dat je wel degelijk invloed kunt hebben en dat je altijd verantwoordelijk blijft voor je eigen gedrag maak je jezelf minder kwetsbaar voor machtsmanipulatie. 
Aan de andere kant moet je jezelf proberen te zien als iemand die terug mag komen op eerdere beslissingen of gedane uitspraken. Hiermee ga je in tegen een in onze cultuur verankerd principe. Maar als je gaandeweg een bepaalde activiteit merkt dat dit dingen van je vraagt die je helemaal niet wil zou je de moed moeten hebben om er mee te stoppen, ook al had je eigenlijk beloofd mee te doen. Je hebt je bijvoorbeeld opgegeven voor het organiseren van een ontgroeningskamp. Dit leek je leuk om te doen. Als je er dan echter achter komt dat er op dit kamp met de eerstejaars heel vernederende dingen gedaan worden, waarvan jij vindt dat ze helemaal niet kunnen, zou je dus alsnog 'nee' moeten kunnen zeggen.
Bij 2:   De manier waarop een ander je benadert, geeft vaak al aan wat voor soort reactie er van jou verwacht wordt. Als je niet goed oplet, ga je hier vaak min of meer vanzelf in mee. Dit kan gevaarlijk zijn, als de ander je hiermee een kant opduwt die jij helemaal niet opwilt. "Jij bent hier nu leidinggevende, een heel belangrijke post, zorg ervoor dat je de wind er goed onderhoudt, ik wil geen gedonder op deze afdeling, ik vertrouw erop dat je deze taak op een goede manier uit kunt voeren, we hebben je niet voor niks aangenomen." Als je op deze manier aan je baan als groepsleider van een groep gedragsgestoorde verstandelijk gehandicapte jongeren begint weet je wat je te doen staat. Maar is dat ook wat je wilt? Of zou jij op een andere manier leiding aan deze afdeling willen geven? Durf jij tegen de verwachtingen van je baas in te gaan door niet automatisch de rol te spelen die hij je toeschuift?
Probeer in iedere situatie na te denken over hoe jij deze situatie zou willen hanteren als je helemaal vrij was in het maken van je keuze, in plaats van het paadje te volgen dat een ander al voor je uitgestippeld heeft. Jíj moet tevreden kunnen zijn over hoe je je werk doet, jij moet uiteindelijk jezelf recht in de ogen kunnen kijken.
Wanneer je hierover strijd/discussie moet voeren met anderen kun je dit het beste in een zo vroeg mogelijk stadium doen, hoe langer je eerst meegaat met hun ideeën hoe moeilijker het wordt om nog te veranderen.
Bij 3:   de situatie waarin je je bevindt, roept verwachtingen op over hoe je je in die situatie zou moeten gedragen. Privé gedragen we ons anders dan op ons werk. Meestal houden we ons netjes aan deze spelregels. In bijzondere situaties waarbij be