Client centered PT

De therapiestroming die voortgekomen is vanuit de humanistische psychologie is de client centered therapie. Deze is ontwikkeld door Carl Rogers. Client centered therapie betekent letterlijk: therapie waarbij de client centraal staat. 

De oorzaakvan psychische problemen is volgens de client centered therapie een conflict tussen een persoon (de cliënt) en één of meer mensen in zijn omgeving. Als iemand niet heeft kunnen worden wie en wat hij zelf graag had willen zijn, omdat anderen hem hier de ruimte niet voor gegeven hebben, zal dit volgens Rogers psychische problemen veroorzaken. 

Stel dat iemand heel graag cabaretier had willen worden. Hij heeft dit echter nooit gedaan omdat zijn ouders dat een veel te onzekere toekomst voor hem vonden. In plaats daarvan is hij, op hun aanraden, boekhouder geworden. Hij heeft nu inderdaad als boekhouder een vaste baan en dus een vast inkomen, maar hij is helemaal niet gelukkig.

Het doelvan de client centered therapie is om iemand weer te laten ontdekken wat hij nou zelf eigenlijk graag wil en wat hij belangrijk vindt in zijn leven. De cliënt kan vervolgens gaan bepalen hoe hij dit een plek kan proberen te geven in zijn bestaan. Onze boekhouder kan besluiten om zijn baan op te zeggen en alsnog proberen als cabaretier een bestaan op te bouwen. Maar misschien besluit hij wel zijn baan als boekhouder aan te houden (omdat hij inmiddels een gezin te onderhouden heeft) en wordt hij lid van een amateurcabaretgroep. Of hij doet volgend jaar mee met een cabaretfestival om eerst eens te kijken of hij wel voldoende kans heeft om een succesvol cabaretier te worden.

Meer gespecificeerd kent de client centered therapie de volgende doelstellingen (Morgan, 1990):

1.    het staken van de strijd om iets te willen zijn dat je niet bent;

2.    je gedrag niet meer te laten leiden door irreële, geïnternaliseerde ideeën over wat je zou moeten zijn;

3.    het staken van dwangmatige pogingen om anderen te behagen of om aan hun verwachtingen te voldoen;

4.    de ontwikkeling naar een grotere zelfstandigheid, van waaruit je zelf op verantwoorde wijze je gedrag bepaalt;

5.    zelf-acceptatie;

6.    ontvankelijkheid voor je totale belevingswereld;

7.    het vertrouwen in en aanvaarden van andere mensen, zoals zij zijn.

Wat de therapie van Rogers zo bijzonder maakt is het feit dat Rogers de cliënt centraal stelt in de therapie. Het is niet de therapeut die de diagnose stelt of de uitspraken van de cliënt gaat uit gaat leggen zodat de grote wijsheid van de therapeut tot de oplossing van de problemen van de cliënt leidt. Bij de client centered therapie van Rogers is de cliënt zelf degene die de weg zoekt om tot een oplossing van zijn problemen te komen, de cliënt controleert het proces. Volgens Rogers is de cliënt hiertoe uitstekend in staat. Ieder mens neigt van nature immers tot groei en ontwikkeling. Sterker nog, uiteindelijk kan alleen de cliënt de weg vinden die hij het beste kan gaan, want wat voor hem de meest optimale benutting van zijn mogelijkheden en talenten is hangt af van de unieke persoon die de cliënt is. Een ander kan jou niet vertellen wat jij moet doen om gelukkig te worden.

De techniekvan de client centered therapie ziet er als volgt uit: de therapeut zorgt er door zijn houding voor dat de cliënt voldoende vertrouwen in zichzelf ontwikkelt om verder te gaan met zijn groeiproces en met die dingen die voor hem belangrijk zijn. Heel vaak is namelijk dit vertrouwen bij de cliënt niet voldoende aanwezig doordat belangrijke mensen in zijn leven hem niet de ruimte hebben gegeven om te zijn zoals hij wilde zijn. Hierdoor is de cliënt uiteindelijk van zichzelf vervreemd geraakt (zie het voorbeeld van de boekhouder).

Van de therapeut vraagt deze benadering: 

-een oprechte en positieve interesse in de cliënt (echtheid van de therapeut is hierbij belangrijk)

-een onvoorwaardelijk respect voor en acceptatie van de cliënt (iemand het gevoel geven dat hij goed is zoals hij is)

-het vermogen zich in te leven in de gevoelens van de cliënt en deze juist onder woorden te brengen (empathie). 

Al met al moet deze houding ertoe leiden dat de cliënt niet be- of veroordeeld wordt, maar dat de cliënt in de therapeut een positief klankbord vindt. Hierdoor kan de cliënt zichzelf anders gaan ervaren, de therapeut staat immers open voor hoe de cliënt is en voor wat hij graag wil, dus waarom zou hij daar zelf niet voor open staan? Op deze manier kunnen mensen weer terechtkomen bij de koers die eigenlijk bij hun leven past, waardoor zij meer in balans komen en gelukkiger zullen zijn. De relatie met de therapeut is hierbij dus van cruciaal belang. De relatie met de therapeut fungeert in feite als een soort inhaalrelatie voor de relaties die de cliënt met belangrijke anderen in zijn leven (gehad) heeft. Eindelijk wordt hij onvoorwaardelijk geaccepteerd door een ander waardoor hij ook zichzelf leert accepteren zoals hij is. Wat een verademing!

In het vervolg van dit boek zul je belangrijke uitgangspunten van Rogers wat betreft de houding van de therapeut terugvinden wanneer we de beroepshouding van de verpleegkundige gaan bespreken.