Context PT

door Ron Veenstra

Met context van de psychotherapie wordt bedoeld de kenmerken van de context van de patiënt. Hierbij moeten we denken aan de partnerrelatie van de patiënt, zijn of haar vriendenkring, en het wel of niet behoren tot een bepaalde religieuze gemeenschap.
Het kan voor een psychotherapeut handig zijn hierbij goed aan te sluiten en om eventueel de persoonlijke context van de patiënt bij de behandeling te betrekken. Voor een psychotherapeut kan de context van de patiënt hem heel veel informatie over de patiënt opleveren, daarnaast krijgt de psychotherapeut een beeld van het handelen van de patiënt in de praktijk, dus buiten de spreekkamer. In dit geval zou je ook kunnen spreken van een verhoging de ecologische validiteit van het gedrag van de cliënt. Het kan dus handig zijn voor de therapeut om de context van de cliënt in en bij de behandeling te betrekken. Voor de psychotherapeut betekent dit ook een verbreding van zijn vakgebied. Hij/zij moet immers samenwerken met de omgeving.van de cliënt . (Tallan & Bohart, 1999) spreken in dit verband van “solutions need to be collaboratively generated out of the cultural experiences and resources of the client”.
De cliënt moet natuurlijk wel toestemming geven om de anderen bij zijn behandeling te betrekken. Naast mogelijke praktische bezwaren is het betrekken van de context van de patiënt ook nog afhankelijk van het referentie kader van waaruit de psychotherapeut werkt. Zo is het goed voor te stellen dat een psychodynamisch therapeut weinig van de omgeving van de patiënt betrekt en dat een cognitief gedragstherapeut dat al meer doet en een systeem therapeut hiervan veelvuldig gebruik maakt. Tot slot speelt de aard van de problematiek ook een rol in het wel of niet betrekken van de context van de patiënt. Het is voor een psychotherapeut belangrijk om te overwegen om wel of niet de context van de patiënt te betrekken in de behandeling. Zorgvuldig doorvragen en uitzoeken is hier wel van belang. Het zou niet goed zijn als de patiënt door het betrekken van de context schade zou oplopen. Omdat er aan het inschakelen van een dergelijke procedure ook bezwaren kleven is een zorgvuldige afweging gewenst. Het is goed om dit duidelijk met de cliënt te bespreken en door te nemen..
Het uitoefenen van het vak van psychotherapeut betekent dat je een bepaald ontwikkelingsproces hebt doorlopen. Net als elk ander vak volg je een opleiding en verkrijg je na een bepaalde tijd een diploma en ga je het vak uitoefenen. Voor het vak van psychotherapeut geldt dat ook, ware het niet dat dit maar een deel van het verhaal is. Het uitoefenen van het vak van psychotherapeut betekent het doorlopen hebben van een bepaald ontwikkelingsproces. Het betekent het volgen van een ambachtelijke scholing, het opdoen van werkervaring onder begeleiding in de supervisies en het leren naar jezelf kijken in de leertherapie. Het bedrijven van de psychotherapie betekent meer dan alleen het leren van bepaalde technieken en vaardigheden. Het heeft ook met een houding of attitude te maken, misschien wel een levenshouding. Dit komt in het vak tot uiting in de psychotherapeutische attitude. Hoe staat een therapeut in het vak?
Colijn en Thunnissen noemen vier belangrijke elementen van de psychotherapeutische attitude: als eerste noemen ze authentieke betrokkenheid; de therapeut voelt zich betrokken maar blijft wel zichzelf. Als tweede aspect van de psychotherapeutische attitude noemen ze professionaliteit; dit betekent dat de therapeut verantwoordelijk is voor de communicatie en de sturing en begeleiding van het therapeutisch proces. Daarnaast moet er sprake zijn van vakmatige deskundigheid; Het gaat hier om de ‘ambachtelijke’ scholing van de psychotherapeut, en als laatste noemen ze de persoonlijke vorming; het gaat hier om de eigen ontwikkeling van de psychotherapeut en het zich hiervan bewust zijn. Al deze vier elementen zien we terug in het ontwikkelingsproces van de psychotherapeut.
Voor degene die besluiten om het beroep van psychotherapeut uit te gaan oefenen zullen er rekening mee moeten houden dat het niet alleen gaat om het verwerven van kennis en technieken maar dat het beroep van psychotherapeut voor een groot deel te maken heeft met een houding en een attitude naar de patiënt toe. Deze attitude maakt onderdeel uit van de universele therapeutische factoren. Het gaat hier om een houding naar de patiënt, die alle therapeutische scholen overstijgt.
De attitude van de psychotherapeut hangt dus ook samen met een persoonlijk ontwikkelingsproces dat met vallen en opstaan bereikt wordt. Dit persoonlijke therapeutisch ontwikkelingsproces is deels afhankelijk van iemands persoonlijke ontwikkeling en heeft dus te maken met hoe iemand is opgegroeid. Maatschappelijk en culturele invloeden maken hiervan deel uit. In de westerse samenlevingen zien we vooral waarden als: autonomie van het individu, onafhankelijkheid ten opzichte van sociale verbanden, prioriteit van de individuele ontwikkeling, flexibiliteit om zich pragmatisch aan te passen aan wisselende omstandigheden, assertiviteit in het naar voren brengen van eigen belangen, respect voor kennis en prestatie en een hoge status voor de wetenschap (Colijn, 2004).
Het is goed voor een psychotherapeut om zich bewust te zijn deze maatschappelijke waarden en culturele invloeden. Zoals gezegd verloopt dit ontwikkelingsproces voor ieder individu anders en is mede afhankelijk van zijn of haar maatschappelijk en culturele invloeden die de persoon heeft mee gekregen van huis uit. Ieder therapeut ontwikkelt dan ook en eigen stijl. De therapeutische stijl die de psychotherapeut ontwikkelt, hangt mede af van zijn of haar keuze voor het therapeutisch referentiekader. Zo zal een psychodynamisch psycholoog anders in de therapie staan dan een cognitief gedragstherapeut of een systeemtherapeut. Het ontwikkelen van een eigen attitude en stijl betekent ook dat je bewust bent van jezelf en van je rol als psychotherapeut.